Na een jaar van louter sleur staat de vakantie voor de deur Van zorgen is men plotseling verlost Ma d'r badpak ligt al klaar, pa vergeet de kapper maar We gaan van 't jaar wat ruiger uitgedost O, o, o, wat doet het weer
Ook ma is in haar sas, zij strijkt de laatste was Het leven lijkt veel mooier dan voorheen Je baas zegt je gedag, wat een zalige dag Hij vraagt geinteresseerd "waar ga je heen" Naar, naar, naar, het mooie weer
Vanochtend blij maar moe van huis maar waar naar toe Ma zegt: "een camping vind je overal" West-Brabant blijkt de keus, daar schijnt de zon, 't is heus Maar Roosendaal lijkt net een waterval O, o, o, 't is smerig weer
De wagen regent in, dat is pas het begin Met stromen valt het uit de hemel neer Daar gaat je goeie bui, je zoekt vergeefs een trui Een storm steekt op en slaat je tentje neer O, o, o, d'r komt nog meer
De dag daarop wat sneeuw voor het eerst van deze eeuw Je gas is op, 't tankie heeft gelekt De stemming is er uit, je kunt je tent niet uit Van het kruipen blijkt een spier te zijn verrekt Au, au, au, wat doet dat zeer
Na drie weken baal je echt, je vrouw die kaart niet slecht Maar je had het je heel anders voorgesteld Je verlangt weer naar je huis, naar je stoel en naar de buis Daar constateer je nuchter maar ontsteld Ha, ha, ha, de zon schijnt weer
En 's maandags bij je baas daar doe je het relaas Van regen, sneeuw, de storm en ook de kou Hij reageert wat vaag, zijn vakantie start vandaag Hij mompelt "doe je best", en hij vliegt maar gauw Naar, naar, naar, het mooie weer Naar, naar, naar, het mooie weer Naar, naar, naar, het mooie weer